Colleganetwerk (vanaf 01-01-2009)

Deze netwerklaag bevat alle collegarelaties van individuen die op 1 januari JJJJ staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en met een dienstverband werkzaam zijn in Nederland. Als collega's worden beschouwd personen die op 1 januari JJJJ staan ingeschreven in de BRP en met een dienstverband werkzaam zijn bij hetzelfde bedrijf als de persoon in kwestie. Aan de basis van dit bestand liggen de (S)POLISJJJJBUSVV, de (S)POLISLONGBAANTABVV en de GBAADRESOBJECTJJJJBUSVV. Dit bestand is onderdeel van een netwerkbestandenset. In deze netwerkbestandenset zitten ook de volgende bestanden: BURENNETWERKJJJJTABVV, FAMILIENETWERKJJJJTABVV, HUISGENOTENNETWERKJJJJTABVV en KLASGENOTENNETWERKJJJJTABVV. Deze bestanden hebben eenzelfde structuur. Het colleganetwerkbestand is op basis van logische assumpties en beschikbare data zo goed mogelijk samengesteld. Er zitten aannames in, artefacten, en ruis. Ze zijn geschikt voor veel onderzoeksdoeleinden, maar niet voor statistiek of tellingen van aantallen relaties. Zo kun je er geen statistieken uit maken over hoeveel collega's iemand heeft, omdat collega's artificieel zijn vastgesteld en het aantal collega's is gemaximeerd (zie hieronder). Voor sommige onderzoeksvragen zullen de beperkingen van de bestanden relevanter zijn dan voor andere. Veel van de ruis middelt uit op grote (onderzoeks)schaal. Maar in alle gevallen is het van belang dat onderzoekers die met de data werken goed rekening houden met de onderliggende afleidingsregels, en bij twijfel een CBS-expert op het terrein van deze netwerken consulteren.

Meer informatie over het verkrijgen van toegang tot de data:

> https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/maatwerk-en-microdata/microdata-zelf-onderzoek-doen

Methodiek

Voor iedere persoon worden maximaal 100 collega's afgeleid. Hierbij wordt gekeken naar de personen die werkzaam zijn bij hetzelfde bedrijf ((S)BEID). Bij bedrijven met minder dan 100 werknemers betekent dat dat alle personen in dat bedrijf collegarelaties met elkaar hebben. Bij bedrijven met meer dan 100 werknemers worden de 100 dichtstbij wonende collega's geselecteerd. De afleiding van de collega's bestaat uit twee stappen. In de eerste stap wordt er per maand per bedrijf per persoon gekeken wie de maximaal 100 dichtstbij wonende collega's zijn. Er kunnen immers collega's weggaan, iemand kan zelf van baan wisselen, en iemand kan meerdere banen bij verschillende bedrijven hebben. Per maand en bedrijf waar iemand werkt heeft iemand dus een set van maximaal 100 collega's. In de tweede stap worden die sets per persoon samengevoegd tot één grote set, waaruit opnieuw de maximaal 100 dichtstbij wonende collega's worden geselecteerd. Op deze manier heeft iedereen, ongeacht het aantal bedrijven waarbij iemand gedurende het jaar werkzaam is, maximaal 100 collega's. Omdat er geen informatie beschikbaar is over vestigingen van en afdelingen binnen bedrijven, is het niet mogelijk om af te leiden welke personen daadwerkelijk contact hebben gedurende hun werkzaamheden. Dit probleem is mogelijk deels ondervangen door de collega's te selecteren op basis van de nabijheid van hun woonadres. Daarnaast worden collega's afgeleid op basis van het bedrijf dat de arbeidsvergoeding van de werknemer betaalt. Het kan daarom voorkomen dat het geïdentificeerde colleganetwerk voor sommige personen minder goed aansluit bij het daadwerkelijke colleganetwerk, bijvoorbeeld voor personen die gedetacheerd zijn of als uitzendkracht werken. Het kan dus niet gesteld worden dat de collega's die worden afgeleid in dit bestand daadwerkelijk contact met elkaar hebben. Ze kunnen wel worden gezien als reservoir van potentiële contacten. Het is mogelijk dat personen op hetzelfde moment meerdere banen hebben. Wanneer dit meerdere banen binnen hetzelfde bedrijf ((S)BEID) zijn, wordt slechts één van deze banen meegenomen in de eerste stap van de afleiding van de collega's. Zijn het banen bij verschillende bedrijven dan worden wel alle banen meegenomen in de eerste stap. Omdat veel bedrijven meer dan twee medewerkers in dienst hebben, zal er in de zeer grote meerderheid van de gevallen sprake zijn van meer dan één collegarelatie per RINPERSOON. Het colleganetwerk is niet symmetrisch. Dit betekent dat persoon B in het colleganetwerk kan voorkomen van persoon A, maar dat persoon A niet hoeft voor te komen in het colleganetwerk van persoon B. Dit zal voorkomen bij personen die werken in bedrijven met meer dan 100 werknemers, vanwege de selectie van collega's op basis van afstand.

Populatie

Deze netwerklaag bevat alle collegarelaties van individuen die op 1 januari JJJJ staan ingeschreven in de BRP en met een dienstverband werkzaam zijn in Nederland. Als collega's worden beschouwd personen die op 1 januari JJJJ staan ingeschreven in de BRP en met een dienstverband werkzaam zijn bij hetzelfde bedrijf als de persoon in kwestie. Dit bestand is niet geschikt om officiële bevolkingsaantallen op 1 januari volgens Statline mee te reproduceren. Hiervoor moet de component GBASTANDBEVOLKINGJJJJTABVV gebruikt worden.