Dataset

Productiestructuur per regio, naar SBI'93

Permanente linkGekopiëerd
Status Beschikbaar
Data eigenaar Centraal Bureau voor de Statistiek (Rijksoverheid)
Bijgewerkt 22-02-2024
Licentie CC-BY (4.0)
Thema
  • Ruimte en infrastructuur
  • Economie
Toegang Publiek
Metadata Download (XML/RDF)

Beschrijving

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995 tot en met 2001 Frequentie: afgesloten reeks

Regionale rekeningen in hoofdlijnen Regionale rekeningen geven een op de Nationale rekeningen aansluitende kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de Nationale rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering onderscheiden. Bij de Regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de productieprocessen in de verscheidene regio's.

Gebruiksmogelijkheden De gebruiksmogelijkheden blijken zeer divers: allereerst kan het
binnenlands product per regio gebruikt worden als een samenvattende maatstaf voor het functioneren van de economie van een regio. Verder kan het relatieve belang van een bedrijfstak voor de regionale economie blijken uit haar aandeel in de totale toegevoegde waarde in de betreffende regio. Voorts kunnen cijfers in de Regionale rekeningen benut worden voor analyse en prognose. De cijfers geven een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en sluiten naadloos aan op de gegevens van de Nationale rekeningen. De Regionale rekeningen data zijn daarom bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's. Ook kunnen de data gebruikt worden in modellen die de regionaal economische ontwikkeling voorspellen en de invloed van beleidsvarianten toetsen.

Enkele kanttekeningen bij de gebruiksmogelijkheden Voor de beschrijving van het economisch proces moeten keuzes gemaakt worden. Er moet o.a. gekozen worden tussen een beschrijving met als gezichtspunt de economische actoren of voor een zo correct mogelijke weergave van economische processen. Het eerste wordt een institutionele benadering genoemd, het tweede een functionele. Zo staan bij een institutionele beschrijving van het productieproces de producenten centraal. Deze worden op basis van het zwaartepunt van hun economische activiteit ingedeeld in bedrijfstakken. Producenten die vervoer als hoofdactiviteit hebben worden bijvoorbeeld ingedeeld in de bedrijfstak vervoer, opslag en communicatie. Dit leidt tot goede informatie over de totale productiewaarde van de producenten die tot een bepaalde bedrijfsgroep gerekend worden. Ook sluit dit aan bij de werkelijkheid waarin de producent opereert. Deze benadering betekent dat de productie van eventuele nevenactiviteiten van een producent in de productiewaarde van de betreffende bedrijfstak wordt meegenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor een transportondernemer met als nevenactiviteit detailhandel. Daarom is de institutionele benadering minder geschikt voor de raming van de totale productiewaarde van een bepaalde activiteit. Dit geldt vooral als deze activiteit vaak als nevenactiviteit wordt uitgeoefend door producenten in andere bedrijfstakken. Een functionele benadering biedt dan voordelen. In de Nationale en Regionale rekeningen is echter in overeenstemming met de internationale richtlijnen gekozen voor een institutionele benadering. Ook dient er gekozen te worden of een activiteit al dan niet tot de productie gerekend wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor doe-het-zelf activiteiten en onbetaald huishoudelijk werk. Er is in overeenstemming met de internationale richtlijnen gekozen om deze activiteiten niet tot de productie te rekenen, daar er geen feitelijke marktwaarden tot stand komen. Het opnemen van dergelijke activiteiten in de productie zou leiden tot grote wijzigingen in het binnenlands product (regionaal en landelijk). Daardoor zou de bruikbaarheid als indicator voor de beoordeling van de ontwikkeling van de markteconomie sterk beperkt worden. De diversiteit van de gebruiksmogelijkheden maakt dat de gemaakte keuzes niet voor elke aanwending optimaal uitvallen.

Internationale en regionale vergelijkbaarheid Doordat de Regionale economische jaarcijfers centraal bij het CBS worden samengesteld zijn de resultaten voor de verschillende regio's in Nederland goed vergelijkbaar. Naast regionale vergelijkbaarheid dienen de data van de Regionale rekeningen eveneens internationaal vergelijkbaar te zijn. Het statistisch bureau van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) heeft daarom, in overleg met de lidstaten, richtlijnen opgesteld om tot een grotere vergelijkbaarheid van de statistische gegevens van de verscheidene lidstaten te komen.

Welvaart De in de Regionale rekeningen gepresenteerde cijfers vormen slechts één indicator voor de welvaart. In het binnenlands product per regio wordt namelijk geen (of onvoldoende) rekening gehouden met diverse zaken die eveneens voor de welvaart van groot belang zijn. Hieronder vallen o.a. de saldi van de primaire en secundaire inkomensstromen naar de regio's. Ook zaken als de hoeveelheid vrije tijd, onbetaalde huishoudelijke arbeid, arbeidssatisfactie en milieu-effecten als geluidsoverlast en vervuiling van water en lucht kunnen hiertoe gerekend worden.

Specifieke regionale concepten Voor de beschrijving van het productieproces wordt in de Nederlandse Nationale rekeningen de bedrijfseenheid als uitgangspunt gekozen. Over de bedrijfseenheid kan een volledige beschrijving van het productieproces worden verkregen. Dit houdt in volledige, gedetailleerde en samenhangende informatie over de voortbrenging van goederen en diensten (productie) en de daarvoor benodigde inzet van grond- en hulpstoffen, halffabrikaten en diensten (intermediair verbruik). Daarnaast wordt o.m. hiermee samenhangende informatie verkregen: zoals de bij de productie ingezette werknemers, de betaalde lonen en sociale lasten en de afgedragen belastingen en ontvangen subsidies. De bedrijfseenheden worden meegeteld voor zover ze een economisch fundament hebben in Nederland. Dit betekent dat vestigingen van buitenlandse bedrijven in Nederland bijdragen tot het Nederlandse binnenlands product. Vestigingen van Nederlandse bedrijven in het buitenland dragen daarentegen bij tot het binnenlands product van het betreffende land (residentieprincipe). De concepten van de Nationale rekeningen kunnen niet zonder meer worden toegepast bij de samenstelling van de Nederlandse Regionale rekeningen. Ten eerste is er de problematiek van de multiregionale bedrijfseenheid. Dit is een bedrijfseenheid die vestigingen in meerdere regio's omvat. Ten tweede is er de problematiek van de "extra-territoriale regio". Hier worden bij conventie de bedrijfseenheden ondergebracht, die weliswaar tot het "economisch territorium van Nederland" behoren, maar niet in één van de Nederlandse regio's liggen.

Bestemmingspagina: https://opendata.cbs.nl/statline/portal.html?_la=nl&_catalog=CBS&tableId=71053NED

Eigenaar

Gegevens van de aanbieder

Contactpunt

Publicatie

Hergebruik

Licentie en voorwaarden

Relaties

Vergelijkbare datasets

Metadata

Versietoelichting

Taalinstellingen

Taal dataset

Taal van de metadata

Identificatie

Primaire identificatie van deze dataset


Webservices

API

JSON CC-BY (4.0)

https://opendata.cbs.nl/ODataApi/OData/71053NED

Productie, verbruik, toegevoegde waarde, beloning van werknemers, belasting, subsidie, exploitatie overschot en arbeidsvolume werknemers .

Feed

ATOM CC-BY (4.0)

https://opendata.cbs.nl/ODataFeed/OData/71053NED

Productie, verbruik, toegevoegde waarde, beloning van werknemers, belasting, subsidie, exploitatie overschot en arbeidsvolume werknemers .